Internationale waarnemers zijn bezorgd over chloordepots en magazijnen voor gifstoffen aan de grens tussen Oekraïne en Rusland: als deze beschadigd raken, dreigen duizenden doden.
Alexander Hug (OVSE) bezoekt filterfabriek in Oekraïens oorlogsgebied
BERLIJN, 10 november. Wie vanuit de mijnbouwstad Donetsk de N20 neemt naar het noorden, komt via voorsteden in de “Prom zone”. Ventilatie openingen en leidingen kenmerkten het industrie gebied al voordat hier Russische milities heersen.
Of beter, de milities zouden naar de Prom zone komen, indien niet precies deze strook alles heeft voor een slagveld, drie en een half jaar sinds het begin van de Russische interventie. Er is nu geen doorkomen meer aan. Wat straat was, is verworden tot strijdtoneel. De luchthaven links ziet eruit als een surrealistische sculptuur van vervormde metalen ribben. De woestenij tussen de blokken aan de rechterkant en hoogovens aan de linkerkant doet met gapende kuilen denken aan trechterkraters uit de Eerste Wereldoorlog. Dat schrijft politieke redacteur Konrad Schuller (F.A.Z.).
Degenen die toegang tot de N20 hebben, kunnen de hoofdstad Donetsk binnenstromen of het vrije Oekraïne aanvallen. Dus beide partijen doen al jaren alles om te voorkomen dat de tegenstander deze weg wint. Als gevolg daarvan is de Prom zone het centrale slachtveld van deze vreemde oude artillerieoorlog met zijn tienduizend doden. Het Oekraïense leger in het westen, de milities van Rusland in het oosten: niemand wijkt. Beiden zullen hun uiterste best doen om de vijand ten minste uit te doen putten zolang verdrijven niet mogelijk is. Elke nacht dondert geschut.
Nu dreigt naast de artillerie veldslag nog een nachtmerrie uit de Eerste Wereldoorlog: het gas. 102 jaar nadat Duitsland voor het eerst in Ieper in Vlaanderen de vijand aan het westelijk front met chloorgas aanviel, is het alarm “Chloor” nu ook in Donbass te horen.
Het is meer dan alleen een stem die waarschuwt. Plaatsvervangend hoofd van de OVSE-waarnemersmissie in Oekraïne Alexander Hug wees eerder op het gevaar. Woensdag sloot coördinator humanitaire kwesties van de Verenigde Naties (VN) in Oekraïne Neal Walker zich bij de waarschuwing aan.
Waar het om gaat toont de kaart: Uitgerekend hier aan de voorkant van de strijd – tussen de loopgraven – zijn twee grote depots voor vloeibaar chloor. Ze horen bij een filtersysteem en een pompstation, dat aan beide zijden enkele honderdduizenden mensen van drinkwater voorziet. Normaal wordt het chloor gebruikt voor desinfectie. Bij elkaar kunnen ze maximaal 300 ton bevatten. Het ene depots bevindt zich direct tussen de vijandelijke posities, in het zicht van beide kanten. Het personeelsbestand komt elke dag met bedreiging voor het leven door de vuurlinie. Het tweede – bij het pompstation – bevindt zich iets verder in het oostelijk gebied.
Deze installaties zijn geraakt door kogels. Omdat de gevechten recentelijk zijn toegenomen, is dit bijzonder ongelukkig. De OVSE detecteerde op zondag vier inslagen op het filtersysteem en het gebouw met chloor. Als de tanks waren geraakt, zegt Hug, had dit de “zwaarste gevolgen” voor de bevolking kunnen hebben.
Als de inslagen slechts een paar meter dichterbij waren geweest, leek het scenario misschien op wat er in 1915 in Vlaanderen gebeurde: chloor veroorzaakt kortademigheid, bloedspuwing, longoedeem. Omdat het zwaarder is dan lucht, verspreidt het zich over de grond, dringt door in loopgraven en in de schuilplaatsen van de burgerbevolking.
Neal Walker van de VN schat dat slechts één van de tanks van 900 kilo bij de filter installatie voldoende chloor bevat om iemand binnen 200 meter te doden als hij geraakt wordt. Omdat bij het pompstation niet 900 kilo maar tot 250 ton vloeibaar chloor wordt opgeslagen – meer dan 250 keer meer – zullen de gevolgen van een inslag hier aanzienlijk groter zijn.
De Zwitserse organisatie “Center for Humanitarian Dialogue” (HD), heeft na uitgebreid veldonderzoek in bezette en onbezette delen van Oekraïne mei 2017 een rapport over milieurisico’s gepresenteerd. Gevreesd wordt voor verminking van 80.000 mensen indien de chloortanks beschadigd raken.
Dat is niet alles. Het rapport laat zien dat het dichtbevolkte Donbass bekken – misschien wel het belangrijkste project van de Sovjet industrialisatie uit de tijd van Stalin – één van Europa’s gevaarlijkste ecologische risicogebieden van vandaag is.
Kolen en staal, met hun overal zichtbare grafheuvels en met rook besmeurde schoorstenen, hebben hun stempel niet alleen gedrukt op het uitgestrekte Oost-Oekraïense landschap. Ook de ondergrond is getekend. Een netwerk van schachten en tunnels verbindt putten honderden meters diep. Velen liggen vandaag stil, hetzij omdat de oorlog de aanvoerroutes heeft afgesloten of omdat een granaat ze buiten gebruik heeft gesteld.
Sommige kuilen zijn vol met water gelopen omdat de pompen faalden. Waar dat is gebeurt, vermenigvuldigen de problemen zich: steen stort in, aan het oppervlak van gebouwen en leidingen zijn schaden zichtbaar. Bovenal bestaat het gevaar dat allerlei gifstoffen via de ondergrondse tunnelnetten het oppervlaktewater bereiken.
Bijvoorbeeld in de industriestad Horlivka met 350.000 inwoners, direct ten oosten van de Prom zone, hoopt zich in sommige mijnen afval op van lokale chemische fabrieken. Volgens schattingen van HD zal het gif het oppervlaktewater en de landbouw binnendringen als het gatenlandschap volloopt. Hetzelfde geldt voor een andere mijn in de buurt, waar afval van een kwikfabriek wordt opgeslagen.
Volgens de bevindingen van de Zwitserse experts zijn er gevaarlijke stoffen op 4000 plaatsen aan beide zijden van de zone in Donbass. Volgens het rapport kan een ramp zich op elk moment voltrekken en de gevolgen zijn onmogelijk beheersbaar. De waterhuishouding van het gebied loopt via rivieren, pijpleidingen en tunnels over lange afstanden tot diep in onbezet Oekraïne en Rusland. Een milieuramp zal catastrofaal zijn voor het menselijk leven en de gezondheid aan beide zijden. Het is een kwestie van geluk dat het nog niet is gebeurd. Preventie is er nauwelijks.
Een andere erfenis van de Sovjet-Unie kan misschien gewoon een tijdbom worden: van de 4.000 risico-objecten geïdentificeerd door de HD worden er 17 als “stralingsgevaarlijk” beschouwd.
Jenakijeve is een staal en kolen stad in de oostelijke Volksrepubliek Donetsk. Het is de geboorteplaats van Sovjet kosmonaut Georgy Beregovoy en van de naar Rusland gevluchte voormalig president Viktor Janoekovitsj. Hier – diep onder de grond – is de pit ‘Junkom’ waar de Sovjetunie in 1979 een atoombom liet ontploffen voor testdoeleinden. Sindsdien is het systeem gesloten. Maar wanneer de Donbass regio verder in chaos zou raken en de pompen in de mijnen uitvallen, zullen de schachten zich met water vullen. Dan zou radioactief materiaal de waterkringloop onbruikbaar maken voor menselijke consumptie.
Deze oorlog – die vandaag nog steeds lijkt op een vervelende miniatuur uit de Eerste Wereldoorlog met zijn stellingenveld en zijn gasgevaar – kan met een dreigende milieuramp een nucleair karakter krijgen. Indien radioactiviteit opborrelt uit de Junkom put, dan is de kleine Eerste Wereldoorlog verworden tot Kleine Tweede Wereldoorlog. Dit is mijn tijd: vijf voor twaalf.
Bron: Frankfurter Algemeine Zeitung 11 november 2017
Vertaling: Bert Kerkhof
Geef een reactie