Zowel pers als fractieleiders hebben onvoldoende verwoord wat de oorzaak is van de slepende uitvoeringsproblemen bij het toekennen van kinderopvang toeslag. Nadat drie staatssecretarissen tussentijds het veld moesten ruimen is duidelijk dat de oorzaak te maken heeft met de NL belastingpolitiek en het uitvoeringsorgaan in het algemeen. Onder bestuurders heerst te vaak nog een ‘Engelse’ houding: met een boog om heikele zaken heenlopen en niet tot de kern komen. Pieter Omtzigt samen met Renske Leijten zijn de weinigen die zich van begin af aan hebben uitgesproken. Er is waardering voor hun werk als Tweedekamer lid bij het stap voor stap blootleggen van misstanden.

Met zo weinig politici die aanhoudend zwakke plekken benoemen en dúrven besturen, is het aannemen van de baan voor een nieuwe staatssecretaris een risico. Draagvlak voor verbeteren vereist een nadere analyse van de kinderopvang toeslag problemen:
Privacy invasie
De afgelopen decennia is veel misbaar geweest – niet in het minst in het parlement – voor wie de kinderopvang toeslag bedoeld is. Ideeën zijn ontstaan dat het afhankelijk zou moeten zijn van het aantal uren dat gewerkt wordt. Verder wil de goegemeente minitieus toezien op het ‘toetsingsinkomen’ en vooral op het toetsingsinkomen van een ‘toeslagpartner’.
Een lange reeks van vragen dient hiertoe beantwoordt en zelfs bestaat een ‘toeslagpartner tool’. Het zou erom gaan of de partner op hetzelfde adres woont, waarbij een partner die onderhuurder is niet als partner meetelt. Het samenwonen van de aanvrager met ouders is van belang, hoewel onduidelijk is of oma of opa ook toeslagpartner kan zijn. De aanvrager kan met één of meerdere medebewoners een kind hebben en dit hoeft niet het kind te wezen waarvoor de toeslag wordt aangevraagd.
Je kunt een partner hebben die als partner is aangemeld bij een pensioenfonds, maar het hoeft niet. Daarnaast kun je als partners staan ingeschreven bij een pensioenfonds en als die partner geen medebewoner is, dan is hij of zij weer geen toeslagpartner.
Partners met een hypotheek zouden een hogere kinderopvang toeslag verdienen. Het zou van belang zijn of je samen met een medebewoner eigenaar bent van een woning. De volgende vraag is of de mede-eigenaar een kind is van de aanvrager. Het scheelt verder of minimaal twee medebewoners 18 jaar of ouder zijn. Gelet wordt op situaties waarbij de aanvrager jonger is dan 27 en de medebewoner niet. Ook het omgekeerde wil men weten, namelijk of de aanvrager ouder is dan 27 en de medebewoner jonger.
Uiteindelijk als je de tabellen bekijkt is de hoogte van het inkomen weinig van invloed op de kinderopvang toeslag. Wanneer de hoogte van het inkomen van de ouders buiten beschouwing kon gelaten, waren al die vragen over medebewoner(s) en toeslagpartner niet nodig. Milieus die baat hebben bij kinderopvang komen in alle inkomensgroepen voor. De ouders wordt onterecht het hemd van het lijf gevraagd: werkelijk een privacy-invasie.
Het regelen over individuele toekenning was teveel afhankelijk van juristen die niét de vader en moeder van deze tijd zijn, onvoldoende culturele bagage hebben voor beslissingen over de moderne voorziening die kinderopvang is. Bij het bestrijden van fraude doet de vraag wie de échte vader is er niet aan toe, het gaat om de check wie daadwerkelijk voor de kinderopvang betaalt.
Pier Eringa wist veel te bereiken voor ProRail met het doorhakken van knopen. Een nieuwe staatssecretaris moet wel dúrven een en ander aan de orde te stellen, ook naar de opdrachtgever(s) toe.
Voor wie kinderopvang bedoeld is
Was in de 80s statistisch medewerker bij het project “Vroegtijdig onderkennen van leer-achterstand” van pedagogisch instituut Utrecht. Wij onderzochten het leren van kinderen vanaf de peuterleeftijd tot in groep vijf. Een belangrijke aanbeveling is de vroegschoolse opvang voor kinderen uit achterstandsmilieus. Klasse verschillen die sinds jaar en dag als het ware worden over-geërfd, kunnen goeddeels verdwijnen indien de achtergestelde peuter naar de vroegschoolse opvang gaat.
In de decennia die daarop volgden, wisten tweeverdienende ouders de kinderopvang te vinden, echter de doelgroep van achterstandsouders in mindere mate. Het idee kon ontstaan dat kinderopvang bedoeld zou zijn voor tweeverdienende ‘yuppen’. Door kinderopvang zou de thuiszittende yup meer betaald kunnen werken. Het leidde onbedoeld tot de idee dat kinderopvang slechts nodig zou zijn voor zover de ouder buitenshuis werkt. Dat staat haaks op het uitgangspunt van kinderopvang voor de milieus waarin het voltijds deelnemen aan werk door vrouwen achterop blijft alsmede voor de traditionele achterstandsmilieus.
Meer succes met het invoeren van vroegschoolse opvang werd geboekt door immigranten. Velen van hen toonden werk te willen maken van opleiden van hun kinderen zodat zij ontstijgen aan armoede die de ouders in het verleden vaak ten deel is gevallen.
Aan het begin van dit millennium was soms te horen dat mensen die hun kind naar de opvang brachten geen goede ouders zouden zijn. Er is het verhaal van conservatieve grootouders die een kind uit de opvang kaapten en aanstuurden op scheiding van de ouders, omdat schoonzoon het kind op de kinderopvang deed. Inmiddels is opvoedingsland is het over één ding eens: vroegschoolse opvang stimuleert de ontwikkeling van het kind.
De verschillende emoties en opvattingen over het gebruik, maakten kinderopvang en de financiële uitkering omstreden. In achterstandsgebieden speelt dit nog steeds. De vraag is hoe die strijd kon uitmonden in de fouten die zijn gemaakt te Den Haag:
Primaire verwerking bij de belastingdienst
In een geautomatiseerde maalstroom worden gegevens van burgers en de ingeleverde kinderopvang toeslag formulieren verwerkt. Indien alle gegevens bekend zijn, geeft de computer op basis van de regels die het parlement heeft vastgesteld een uitslag over al dan niet verstrekken en de hoogte van de toeslag. Eigenlijk is het simpel. Men kon dit al in de 70s met de programmeertaal Cobol. In de afgelopen weken was soms te lezen dat de problemen te maken zouden hebben met algoritmes en kunstmatige intelligentie. Zo zit het primaire verwerkingsproces toch niet in elkaar.
Toezicht op burgers
De belastingdienst houdt intern toezicht op de toeslag uitkeringen. De geconstateerde fouten zijn ontstaan in het inspectie-traject. Vele verschillende systemen en systeempjes zoals jarenlang rondzwervende op wankele basis vergaarde individuele dossiers en spreadsheets zijn in gebruik voor het opsporen van fraude. Allerlei gegevens afkomstig van derden kunnen een rol spelen. Volgens toelichting op de algemene verordening gegevensbescherming berust veel van dit op vooroordelen en is verouderd. Met name noemt de Europese Unie gegevens afkomstig van justitie. De kwaliteit van de gegevens van derden is onvoldoende gewaarborgd.
Dergelijke houtje-touwtje beoordelingen zijn bij de belastingdienst onvoldoende onder controle. Daar komt bij dat over surveillance van het verleden geen mededelingen zouden kunnen worden gedaan. Dit staat verbeteren in de weg. Over het algemeen ervaren burgers teveel wantrouwen. Indien meer vertrouwen zou zijn in de primair aangeleverde gegevens, kan de belastingdienst toe met minder of geen informatie van derden. Het zou de kwaliteit van beslissingen bevorderen.
Privacy en verantwoordelijkheid van ambtenaren
Burgers hebben zich verwonderd over de zwartgelakte dossiers. Oplettende burgers hebben zich gestoord aan het waarborgen van privacy voor de betrokken ambtenaren. In Den Haag wordt elke gezagsdrager getraind in het geheel individueel dragen van verantwoordelijkheid voor de eigen dienst / ministerie. Deze cultus zou het werk in de Tweedekamer vergemakkelijken want voor de leden is steeds duidelijk wie verantwoording draagt. In deze casus is gebleken dat deze werkwijze slechts beperkte kennis oplevert en een oplossing van de problemen eerder verder weg brengt dan dichterbij.
In de grote steden van ons land zie je gemeente ambtenaren die – uiteraard onder toezicht van een wethouder – openbaar aanspreekbaar zijn voor een wijkoverleg of dienst. Heb dit meegemaakt in een eerste opzet van deel-gemeenteraad in Vogelenbuurt Utrecht. Naar ieders tevredenheid. Het vergroot de gewenste transparantie voor de burger in bestuurlijke processen. Reden is voor het doorbreken van het opgelegde zwijgen over verantwoordelijke ambtenaren. Het gaat immers om openbaar bestuur.
Tenslotte
Inzicht in geconstateerde fouten en oplossingen is nodig. Het inzicht werd onvoldoende verkregen door verklaringen van de afgetreden ambtsdragers en door vragen van de pers.
Advies voor de nieuwe staatssecretaris: vooraf op hoofdlijnen met fractieleiders/collega’s in de regering tot overeenstemming komen over vereenvoudigen en verbeteren van het tegemoetkomen in de kosten van kinderopvang. Minister van Financiën Wobke Hoekstra heeft blijk gegeven van zijn eindverantwoordelijkheid voor het organisatie onderdeel belastingdienst. De nieuwe staatssecretaris staat er dus niet alleen voor.
Bert Kerkhof schrijft doorgaans over jeugdzorg en rechtsstaat
Bijlage:
Correspondentie van ChildInStress.nl redacteur Bert Kerkhof met de tweede kamer commissie voor financiën / minister van Financiën

Waardeer dit blog
Dit artikel las je gratis. De moeite waard? Laat je waardering zien en draag €1 bij of een veelvoud daarvan. Via Paypal of creditcard.
€ 1,00
Geef een reactie